Carregue numa fotografia para ir para os Livros Google.
A carregar... De trein der traagheid (1948)por Johan Daisne
A carregar...
Adira ao LibraryThing para descobrir se irá gostar deste livro. Ainda não há conversas na Discussão sobre este livro. I read this for school. I remember liking it. ( ) Ik vernoemde de auteur van voorliggend De trein der traagheid nog bij mijn recente bespreking van De man in de spiegel https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/10/de-man-in-de-spiegel-guy-didele... van Guy Didelez, maar had op dat moment De trein der traagheid zélf nog niet in huis. Ook geen van de andere boeken van Johan Daisne, trouwens - en dat zijn er blijkens het aan de in 1978 op zesenzestigjarige leeftijd overleden auteur op Wikipedia gewijde lemma toch heel wat geweest -, maar in november jongstleden kreeg ik de serie boeken die Het Laatste Nieuws vele jaren geleden voor een (dacht ik toen) spotprijs een keer per week bij de krant aanbood gratis in handen (mijn dank aan de milde schenker) en daar was De trein der traagheid er één van. Ik wist dus tot voor kort wel dat Johan Daisne (ofte Herman Thiery, zoals hij in werkelijkheid heette) beschouwd werd als de vader van het magisch realisme in de Nederlandstalige literatuur (Massimo Bontempelli gaf de stroming in 1937 internationaal haar naam), maar had noch zijn debuut in het genre, De trap van steen en wolken (1942), noch De man die zijn haar kort liet knippen (1947), noch De trein der traagheid (1950) gelezen. Nu daar verandering in gekomen is, toch wat dat laatste boek betreft, kan ik meteen ook zeggen dat ik enigszins teleurgesteld ben. Okee, het verhaal in De trein der traagheid mag dan beantwoorden aan Johan Daisne’s eigen theorie over het magisch realisme, “een verweving van werkelijkheid en droom, met daarin verwerkt een mysterieuze bovenzinnelijke dimensie die zich verschuilt achter de werkelijkheid” (dixit Wikipedia), maar wie wel wat méér in het genre gelezen heeft, kan van De trein der traagheid nog nauwelijks opkijken. Ik ga niet met het magisch realisme breken, zoals Daisne brak met het communisme toen hij er in 1948 uiteindelijk achterkwam dat het “dogmatisch en autoritair optrad”, maar durf wél zeggen dat er boeken in dit genre geschreven zijn, al dan niet als “magisch realisme” geklasseerd, die véél beter zijn en dat Daisne voor De trein der traagheid mogelijk zelfs leentjebuur heeft gespeeld bij collega’s. Op de achterflap van de bij Het Laatste Nieuws uitgegeven versie wordt hij dan wel aangeduid als de “Vlaamse Dostojewski”, eveneens met aanhalingstekens weliswaar, maar Dostojewski is volgens mij nooit gaan afkijken bij C.S. Lewis, wiens uit 1946 daterende De grote scheiding op meer dan één manier als inspiratie lijkt gediend te hebben voor Daisne. Iets wat niet alleen mij opviel, overigens, maar ook mijn vriendin, die toen ik haar de synopsis gaf van De trein der traagheid, onmiddellijk moest denken aan De grote scheiding. Ik vind nergens op het internet een verwijzing naar een mogelijke literaire ‘verwantschap’ tussen Lewis en Daisne en Lewis’ werken worden doorgaans niet tot het magisch realisme maar eerder tot het met het magisch realisme verwante “fabulism” gerekend, maar bij wie De trein der traagheid gelezen heeft, moeten er toch belletjes gaan rinkelen als hij datgene leest wat op de achterflap van de in 2002 bij Uitgeverij Kok https://www.kokboekencentrum.nl/ verschenen versie van De grote scheiding staat: “De grote scheiding – volgens velen Lewis’ mooiste boek – is een allegorie. De hellebewoners maken per bus een uitstapje naar de hemel, maar niemand van hen wil er blijven. Hemel en hel passen niet bij elkaar, zomin als goed en kwaad. Tussen beide bestaat een absolute scheiding.” Met dat verschil dat C.S. Lewis een minder hoge dunk van zichzelf had dan Daisne of dat op z’n minst niet liet blijken in zijn boeken. Daisne’s spitsbroeder in het Nederlandstalige magisch realisme Hubert Lampo https://www.hubertlampogenootschap.org/nl/index.htm, van wie ik vorig jaar De vingerafdrukken van Brahma https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/02/de-vingerafdrukken-van-brahma-h... besprak, was uiteraard nog een graadje erger, maar als Daisne zijn anonieme hoofdpersonage laat zeggen “Bijster literair was ik overigens die middag niet geweest”, dan zou je willen dat Daisne dat zelf een bladzijde eerder óók wat minder was geweest: “Ik had dus niet in koffiehuizen noch onverschillig waar elders gezeten – dat had me dit keer beledigend tegenover de lente en misschien ook tegenover iets anders geleken – maar gewandeld en notities bij mijn lectuur gemaakt. Daaruit had ik dan toch een zekere zedelijke voldoening geput, die me op een – ik kan als werkbeest eigenlijk niet zeggen: ontwende manier, maar van het standpunt der deugzaamheid uit was dat wel zo – raadselachtigerwijs een klein maar gunstig voorteken had toegeschenen.” Da’s behalve een zin met een taalfout (“deugzaamheid” in plaats van “deugdzaamheid”) en een houterige, geen hout snijdende constructie, ook geen magisch realisme, da’s blablaïsme. Net zoals dit: “Om dat enigermate op te heffen, kwam ik dit keer op de inval, het begrip ‘inchoatief’ gewoon voor te stellen als het omgekeerde van een bekend verschijnsel uit de natuurkunde: de inertie. Gelijk, luidens de wet der traagheid, een beweging de neiging vertoont om nog heel even voort te duren, ook wanneer, laten we zeggen, de motor werd afgezet, aldus, volgens het psychische automatisme, vertoont een handeling de neiging om reeds te beginnen nog voordat we ze metterdaad uitvoeren.” Ik ga daar niet nog een citaat aan toevoegen, twee is meer dan genoeg, maar dat belet niet dat Daisne op een zeker moment zijn paarden nauwelijks nog lijkt te kunnen inhouden tot het voorspel in de trein afgelopen is. “Het snijdende was weg uit mij: alleen de frisse, bevleugelde stemming bleef over, met een kleine wonde misschien, maar die aangenaam stak: de prikkeling van het ‘avontuur’, in de veilige aanwezigheid van zulk een vaderlijk reisgezel”, luidt het op pagina 26 (let trouwens op de dubbele dubbelpunt in die zin), terwijl het op pagina 35, een keer de trein tot stilstand is gekomen, klinkt als: “Het leek me of het Avontuur was begonnen. Het lokte me, zoals dat iemand die zich een beetje auteur waant, past; ik verwachtte dat de voortzetting ervan thans buiten de trein was te vinden.” Twee keer het begin van een avontuur op een paar bladzijden tijd, faut le faire, maar dat deed me dan weer denken aan een van de in Kerstmis te Saloniki en andere verhalen https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/01/kerstmis-te-saloniki-en-andere-... gebundelde kortverhalen van André Demedts, Avontuur onderweg. Die heeft namelijk voor de trektocht die zijn personage onderneemt van de autosnelweg naar de lichtjes in de verte mogelijk op zijn beurt leentjebuur gespeeld bij Daisne. “En bij dat lichtje gekomen, lijkt hij in een soort alternatieve, niet onmogelijke werkelijkheid terecht te komen, zonder de onrust te voelen die daarmee ‘normaal’ zou gepaard gaan”, schreef ik in mijn bespreking van dat boek, zoals ik dat ook zou kunnen doen bij mijn bespreking van De trein der traagheid, waar de verteller bij het bereiken van de lichtjes zegt: “Ik heb toen die deur opengeduwd, maar de hoogleraar, die zijn hoed afnam, en Val, de hongerige jeugd, laten voorgaan. Daarna betrad ikzelf de… doodgewone andere wereld.” Met dat verschil dat er in Avontuur onderweg véél minder lulkoek verkocht werd om het verhaal te stofferen. De trein der traagheid had eigenlijk aan zijn eindbestemming mogen komen op ongeveer de helft van het aantal bladzijden dat Johan Daisne ervoor nodig had. Pakweg vijftig in plaats van de honderdenvijf die er uiteindelijk aan besteed zijn. De blabla er uit gooien, de overbodige uitleg schrappen, het verhaal een verhaal laten zijn, had dit boek nog steeds niet bijster origineel gemaakt, maar het had niet geërgerd waar het dat nu wél doet en het was nog steeds een ‘leuk’ verhaal in zijn genre geweest. Dat gezegd zijnde: als u het ook ooit gratis kan te pakken krijgen, moet u het niet per se laten liggen, maar doe niet de moeite er achteraan te gaan. Björn Roose Johan Daisne is een van de pioniers van het Nederlandstalige magisch-realisme en de Trein der Traagheid is daar een geweldig voorbeeld van. Het boek begint vrij traag, met levensbeschouwelijke filosofische mijmeringen. (Naar mijn gevoel typisch voor vele nederlandstalige schrijvers uit de jaren 50.) Maar al snel gebeuren er een aantal vreemde dingen. Deze gebeurtenissen zijn op zich wel een beetje vreemd en 'out of place', maar niet vreemd genoeg om het hoofdpersonage en zijn twee kompanen te doen paniekeren. Hoe verder het boek evolueert hoe vreemder de gebeurtenissen worden en hoe moeilijker het blijkt om ze te negeren. Dit boek heeft me verrast op een heel fijne manier. Het is maar een klein boekje, amper 109 pagina's, maar heeft een einde dat je hart echt niet onberoerd laat. sem críticas | adicionar uma crítica
Pertence à Série da EditoraGrote Marnixpocket (123)
Studienarbeit aus dem Jahr 2000 im Fachbereich Germanistik - Komparatistik, Vergleichende Literaturwissenschaft, Note: 1, Philipps-Universit t Marburg (Germanistik und Kunstwissenschaft), Veranstaltung: Magischer Realismus, 7 Quellen im Literaturverzeichnis, Sprache: Deutsch, Abstract: Johan Daisne war ein von unterschiedlichen Einfl ssen gepr gter Filmemacher, Poet, Denker und Schriftsteller. Seine postnatalen Einfl sse stammen aus einem christlichen Elternhaus. Seine Eltern waren beide Lehrer, sein Vater, ein dichterischer Idealist und Naturgelehrter, publizierte zudem p dagogische und wissenschaftliche Schriften. Von seinem Vater ist au erdem bekannt, da er russisch studierte, um die entsprechenden Meister in der Originalsprache lesen zu k nnen. Ein Bezug zu Osteuropa ist bei Johan Daisne auch vorhanden. Er promoviert 1936 in slawischer konomie und beginnt danach mit der Ver ffentlichung russischer Erz hlungen. Hierbei ist sein geliebtes klassisches Vorbild der ewig junge Poesjkin. (Bemerkung: Val, der junge Student berichtet von der Lebensanschauung Katajews). In den Jugendjahren (1927) liegt Daisnes Hauptaugenmerk jedoch beim Film. Er beginnt Filmbeurteilungen zu schreiben und Fotos zu sammeln, die er sp ter als Grundlage f r sein "filmographisches Lexikon" nutzt. Die cinematographische Kunst dient Daisne richtungsweisend als Vorlage f r seine magisch-realistischen Erz hlungen. Filmproduktion und Filmtechnik boten sich ihm als Inspiration: "Er schrieb B cher als w ren es Filme und die Filme, die er nach seinen Romanen schuf, machen einen durchgehend nat rlichen Eindruck; sie bestehen, genauso wie die verfilmten Romane, aus stets schnellen, aufeinanderfolgenden, wechselnden Szenen." (van Severen, aus: Boraewijk u.a.. Biografie, Bibliografie, Beschouwingen. Manteau. Br ssel. 1974; bersetzung: der Autor). Johan Daisnes k nstlerischer Ausdruck wird zu einem gro en Teil durch biographische Krisen motiviert. Der Tod seines Vaters oder seiner Tochter, sowie eige Não foram encontradas descrições de bibliotecas. |
Current DiscussionsNenhum(a)Capas populares
Google Books — A carregar... GénerosSistema Decimal de Melvil (DDC)839.31Literature German literature and literatures of related languages Other Germanic literatures Netherlandish literatures DutchClassificação da Biblioteca do Congresso dos EUA (LCC)AvaliaçãoMédia:
É você?Torne-se num Autor LibraryThing. |