Página InicialGruposDiscussãoMaisZeitgeist
Pesquisar O Sítio Web
Este sítio web usa «cookies» para fornecer os seus serviços, para melhorar o desempenho, para analítica e (se não estiver autenticado) para publicidade. Ao usar o LibraryThing está a reconhecer que leu e compreende os nossos Termos de Serviço e Política de Privacidade. A sua utilização deste sítio e serviços está sujeita a essas políticas e termos.

Resultados dos Livros Google

Carregue numa fotografia para ir para os Livros Google.

Tagebuch 1966–1971 (suhrkamp…
A carregar...

Tagebuch 1966–1971 (suhrkamp taschenbuch) (edição 1979)

por Max Frisch (Autor)

MembrosCríticasPopularidadeAvaliação médiaDiscussões
1352201,108 (4.2)Nenhum(a)
Stories, authobiography, impressions, interviews, and reflections on a variety of topics from politics to women, marriage, friendship, and death. Translated by Geoffrey Skelton. A Helen and Kurt Wolff Book.
Membro:Slapco_Fudd
Título:Tagebuch 1966–1971 (suhrkamp taschenbuch)
Autores:Max Frisch (Autor)
Informação:Suhrkamp Verlag (1979), Edition: 14, 448 pages
Coleções:A sua biblioteca
Avaliação:***
Etiquetas:Nenhum(a)

Informação Sobre a Obra

Sketchbook 1966-1971 por Max Frisch

Adicionado recentemente porjonaswue, peterdj, Indy133, gerhardstromberg, Loukie, ErikaRibaldi
Bibliotecas LegadasHannah Arendt
Nenhum(a)
A carregar...

Adira ao LibraryThing para descobrir se irá gostar deste livro.

Ainda não há conversas na Discussão sobre este livro.

Mostrando 2 de 2
Deze bespreking omvat de twee in het Nederlands vertaalde dagboeken van Max Frisch.

Van Max Frisch (1911-1991) werden in ons taalgebied twee boeken gepubliceerd die een meer persoonlijke inkijk in zijn leven en denken bieden en die niet louter zijn verhalend genie in de verf zetten: Dagboek 1946-1949 en Dagboek 1966-1971. In zijn nalatenschap vond men aanzetten voor een derde dagboek uit zijn laatste jaren, maar dit werd postuum enkel in het Duits gepubliceerd. Frisch was een multitalent; naast schrijver en theaterauteur, die zelf regisseerde, was hij ook architect, maar hij sloot zijn bureau om zich volledig aan de literatuur te wijden. Hij werd in Zürich geboren en, na een leven vol omzwervingen (o.a. Rome, Berlijn, New York), zou ook Zürich het eindstation worden van zijn verblijf in dit ondermaanse. In wat hij schreef zocht hij aanvankelijk veeleer antwoorden op existentiële vragen, maar naarmate zijn roem groter werd, werd hem steeds meer het etiket van “geweten en geheugen van Zwitserland” opgekleefd. Ongetwijfeld een weg die vele grote schrijvers wordt opgedrongen. Na verloop van tijd uitte hij zich meer uitgesproken politiek in zijn discours, getuige zijn tweede dagboek, en was hij vooral geporteerd voor de sociaal-democratische politieke stijl zoals Helmut Schmidt die in Duitsland uitdroeg. Dat hij een turbulent liefdesleven had, is een understatement; “eye-catching” was vooral zijn verhouding met Ingeborg Bachmann. Hij was bevriend met o.a. Friedrich Dürrenmatt, Bertolt Brecht, Carl Zuckmayer en het schrijversechtpaar Christa en Gerhard Wolf. Hij was agnost en werd zonder aanwezigheid van een geestelijke begraven. Tot zover enkele beknopte personalia.

Er wordt gewag van gemaakt van het feit dat Max Frisch zich als een der eerste schrijvers bezighield met de postmoderne conditie van de mens. Zijn denken gold slechts vanuit een bepaald standpunt en haar context, en het was volgens hem onmogelijk om met taal een gesloten wereldbeeld of de gestalte van een individu weer te geven. Frisch stond in de literatuur misschien op de breuklijn die ontstond na de Tweede Wereldoorlog: het failliet van de maakbare ideologie - noem ideologie het doctrinaire of de kritiek erop die als een onaantastbaar fetisj werd beschouwd in de tijd toen de grote verhalen nog opgeld maakten - onderging een paradigmaverschuiving naar het proces van de deconstructie van het individu, althans wat de versplintering van de waarneembare cohesie ervan betreft - waartoe Luigi Pirandello een eerste voorzet gaf met “Iemand, niemand en honderdduizend” (1926), een roman in de stroom van het modernisme na Ullyses - en beleeft in onze tijd zijn ontluisterende finaliteit in het atomaire wereldbeeld van een Michel Houllebecq. De zoektocht naar een identiteit en het permanent construeren van die vlottende identiteit, die contrasteert met het vastgenagelde beeld die anderen van die identiteit hebben, maar ook met het beeld dat het zelf heeft van de identiteit van de andere, is een constante in zijn dagboeken en romans. Frisch lezen is een openbreken van de starre eendimensionaliteit die men in geijkte communicatiepatronen aantreft. Zijn dagboeken wisselen voortdurend tussen fictionele en autobiografische elementen, die daarin convergeren dat ze steeds pogen om, in een aanvankelijk omcirkelende en daarna vernauwende beweging datgene te vatten waarin het gewone taalgebruik meestal tekortschiet, namelijk het doorvorsen van die gemoedstoestanden en gedachteassociaties die onuitspreekbaar zijn in een lineaire literaire neerslag.

Over de essentie van zijn visie op het schrijverschap zei hij het volgende: “Wat belangrijk is: het onzegbare, het wit tussen woorden, en altijd spreken deze woorden van bijzaken die we eigenlijk niet bedoelen. Wat ons echt na aan het hart ligt kun je in het gunstigste geval omschrijven, en dat betekent heel letterlijk: je schrijft erom heen. Je omsingelt het. Je doet uitspraken die nooit behelzen wat we echt hebben beleefd: dat blijft onzegbaar. Ze kunnen het alleen omgrenzen, zo nauw en zo precies mogelijk, en de essentie, het onzegbare, komt hoogstens te voorschijn als de spanning tussen deze uitspraken.” ( I -pag. 40)

Hij tast de grenzen af van wat met taal zegbaar is, om patronen te zoeken die kenbaar maken wat een geest zoal kan omstuwen. In zijn vele romans merkt men de qua betekenis overvol beladen zinnen op, die zijn ingesnoerd in een compacte en reducerende schrijfstijl, waardoor het proza een zo gebalde zeggingskracht krijgt, dat men het best traag tot zich neemt, wil men de kwintessens van de tekst blijven doorvorsen. Het wisselende spel tussen enigmatische fictie en feiten en impressies brengt je ook bij het lezen van zijn dagboeken in een bijzondere stemming.

Zo ontrafelt hij het fenomeen van de beleefdheid als een algemene antropologische strategie tot pacificatie van het onbekende, en hij doet dit zo dat alle aspecten en causaliteiten van de menselijk omgang er prismatisch in oplichten (cfr.“Beleefdheid”- I -pag. 54-58). Of analyseert hij het verschil tussen de leugen en de onwaarachtigheid (I-pag.181). Ook ziet hij vormelijke dwarsverbanden tussen theater, literatuur, schilderkunst en architectuur, die steeds verrassend zijn en in hun logica tot het einde doorgecomponeerd worden (I -pag. 62-64). Frisch is het steeds te doen om over het “Gesamtbild” te reflecteren, waartoe hij in zijn proza komt door steeds wisselende perspectieven te hanteren en mondjesmaat meer informatie voor de lezer te ontsluiten. Het doorvorsen van de zich herhalende gedachtelijnen die je vanuit diverse invalshoeken toewaaien, is voor de lezer belangrijk om tot een duidelijke hermeneutiek van de tekst komen (e.g. het verhaal “De graaf van Öderland” – I -pag. 67-101). Een sterk staaltje van Frisch' vertelkunst is het verhaal “De harlekijn” (I - pag.308-351). Het is een mefistofelische, surreële vertelling, een grandioze demasqué van wat het met iemands persoonlijkheid doet die plotseling schatrijk wordt en macht over het leven van anderen verwerft. Om het eerste deel af te sluiten wordt de lezer vergast op een claustrofobisch en kafkaësk verhaal dat de lapidaire titel “Schets” draagt (I -pag. 380-405). Zoals men het door een vriendschap best vermag te bewerkstelligen, weet Frisch met enkele korte, maar genuanceerde karakterschetsen Bertolt Brecht levensecht te portetteren (II-pag.19-35). Verder vertelt hij over zijn bezoek aan een schrijverscongres en rondreis door Rusland,waar hij begeleid wordt door een vormelijke en aalgladde "intourist-hostess", die diplomatisch tussen alle ideologische tegenstellingen in gesprekken heen weet te laveren,om hem aldus een geforceerd optimistisch beeld van de Sovjet-Unie op te dringen. (II-pag..117-130/pag.149-152) Met zijn manier van vragen stellen komt Frisch zeer pregnant en goed beslagen voor de dag als hij enkele netelige questinonnaires op de lezer afvuurt, die hem dwingen tot niets verhullende stellingnames in dat soort aangelegenheden die ons allemaal bezighouden. (varia - mannen en vrouwen - hoop - humor - geld - vriendschap - geboortegrond - eigendom - sterfelijkheid ( II - pag. 7/114/141/167/191/243/291/243/291/306/322)). Frisch toont zich in zijn korte verhalen herhaaldelijk als een scherp observator. Spitant om lezen is ook zijn beschrijving van een rondleiding die hij krijgt van Henry Kissinger doorheen het Witte Huis (II- pag. 221-233). Dat Frisch alle stijlregisters beheerst weet hij eens temeer aan te tonen in het korte Russisch getinte verhaal "Geluk" (II - pag.271-277), een geslaagde pastiche op de sterke drang naar het confessionele bij sommige romanpersonages van een Dostojevski of Gogol. Over het ouder worden vertelt hij vanuit het perspectief van een "getekende", die hij op een geabstraheerd niveau alle bewustzijnsflitsen toedicht die men liever niet publiekelijk te grabbel gooit ( II - pag. 91/104/137/201/239). Vooral in deze schetsen is zijn stijl en thematiek nauw verwant aan die van Botho Strauss, die ook steeds literair relevant materiaal wist te putten uit het onzegbare in onvermoede en op zich banale situaties. Beiden hadden bovendien een passie voor het theater. In zijn eerste dagboek reflecteert Frisch veel daaromtrent.

Voor het grote publiek zal Max Frisch steeds geboekstaafd staan als de grote romanschrijver van o.a. Homo Faber, Stiller en Gantenbein. Maar vooraleer daaraan te beginnen is het misschien een goede insteek om de schrijver beter te leren kennen doorheen zijn caleidoscopische dagboeken, die ongemeen prettig weglezen. ( )
2 vote zerkalo. | Sep 26, 2015 |
A fantastic view into the mind of a writer of ideas. Entries range from reportage of current events to thought provoking imaginary questionnaires to discussions on killing oneself as soon as one thinks one now is a burden on society. ( )
  tsinandali | Oct 29, 2005 |
Mostrando 2 de 2
sem críticas | adicionar uma crítica

» Adicionar outros autores

Nome do autorPapelTipo de autorObra?Estado
Frisch, Maxautor principaltodas as ediçõesconfirmado
Hom, HansTradutorautor secundárioalgumas ediçõesconfirmado
Skelton, GeoffreyTradutorautor secundárioalgumas ediçõesconfirmado
Tailleur, JeanTradutorautor secundárioalgumas ediçõesconfirmado
Tailleur, MichèleTradutorautor secundárioalgumas ediçõesconfirmado
Tem de autenticar-se para poder editar dados do Conhecimento Comum.
Para mais ajuda veja a página de ajuda do Conhecimento Comum.
Título canónico
Informação do Conhecimento Comum em holandês. Edite para a localizar na sua língua.
Título original
Títulos alternativos
Data da publicação original
Pessoas/Personagens
Informação do Conhecimento Comum em holandês. Edite para a localizar na sua língua.
Locais importantes
Acontecimentos importantes
Filmes relacionados
Epígrafe
Dedicatória
Primeiras palavras
Citações
Últimas palavras
Nota de desambiguação
Editores da Editora
Autores de citações elogiosas (normalmente na contracapa do livro)
Língua original
DDC/MDS canónico
LCC Canónico

Referências a esta obra em recursos externos.

Wikipédia em inglês

Nenhum(a)

Stories, authobiography, impressions, interviews, and reflections on a variety of topics from politics to women, marriage, friendship, and death. Translated by Geoffrey Skelton. A Helen and Kurt Wolff Book.

Não foram encontradas descrições de bibliotecas.

Descrição do livro
Resumo Haiku

Current Discussions

Nenhum(a)

Capas populares

Ligações Rápidas

Avaliação

Média: (4.2)
0.5
1
1.5
2
2.5
3 3
3.5
4 6
4.5
5 6

É você?

Torne-se num Autor LibraryThing.

 

Acerca | Contacto | LibraryThing.com | Privacidade/Termos | Ajuda/Perguntas Frequentes | Blogue | Loja | APIs | TinyCat | Bibliotecas Legadas | Primeiros Críticos | Conhecimento Comum | 203,231,997 livros! | Barra de topo: Sempre visível